Hoofdstuk 4: Opslag van verboden goederen

In dit hoofdstuk kijken we naar de opslag van verboden goederen. We leggen je uit waar je op kunt letten en wat je kunt doen om de opslag van verboden goederen aan het licht te brengen. Ook leggen we uit waarom dit de moeilijkste vorm van misbruik is om te bestrijden. 

Beperkingen

Ondanks de tips en adviezen die we in dit hoofdstuk geven is het onmogelijk om verstopte goederen altijd te ontdekken. We verwachten dat je tijdens de inspectie alert bent op de signalen, maar erkennen ook de beperkingen. Je kunt (en mag) tijdens een inspectie immers niet in elke lade, elk kastje of iedere doos kijken. Dat mag echter geen excuus zijn om de controle op de opslag van verboden goederen op zijn beloop te laten. Het is juist een reden om extra alert te zijn. In dit hoofdstuk dragen we een aantal concrete signalen aan waar je tijdens een inspectie op kunt letten.

Werp drempels op

De belangrijkste tip die we hier kunnen geven is drempels op te werpen waarmee je criminelen op voorhand buiten de deur houdt. Stel de identiteit van je huurder eenduidig vast een voer een zorgvuldige screening uit. Regel in je huurovereenkomst dat je onaangekondigd mag controleren en stel de huurder aansprakelijk voor crimineel misbruik. Voer regelmatig inspecties uit en maak altijd melding als je iets ziet, hoort of ruikt. Criminelen zullen vaak de weg van de minste weerstand kiezen en risico’s waar mogelijk vermijden. Bij het tegengaan van de opslag van verboden goederen speelt preventie dus een belangrijke rol.

Waar kun je op letten?

De verboden goederen die een crimineel in jouw pand kan verstoppen zijn vaak lastig te ontdekken. Daarom is het belangrijk dat – naast de goederen zelf – aandacht hebt voor de signalen die er op kunnen duiden dat je huurder iets te verbergen heeft. Hieronder beschrijven we een aantal van deze signalen.

Als een crimineel verboden middelen opslaat in jouw pand, zal hij waarschijnlijk de sloten vervangen. Als sloten worden vervangen zonder dat dit met jou wordt overlegd of zonder dat jij hiervan op de hoogte wordt gesteld, is dit aanleiding om extra alert te zijn. In tegenstelling tot bij een woning heeft de huurder van een bedrijfspand niet op voorhand het recht om de sloten te vervangen. Het is belangrijk dat je hierover duidelijke afspraken vastlegt in je huurovereenkomst.

Welke veiligheidsmaatregelen heeft je huurder getroffen en hoe sluiten die aan op het bedrijf dat hij vanuit jouw pand exploiteert? Een huurder die bijvoorbeeld grote hoeveelheden drugs of contant geld verstopt zal daarbij de nodige veiligheidsmaatregelen treffen. Simpel gezegd: niemand investeert duizenden euro’s in een beveiligingssysteem tenzij er echt iets te beveiligen valt. Zegt je huurder weinig van waarde aanwezig te hebben, maar treft hij alsnog verregaande veiligheidsmaatregelen, dan is dat reden om extra alert te zijn. Heb je er een slecht gevoel bij, maak dan melding bij de politie.

De opslag van verboden goederen gaat vrijwel altijd gepaard met afwijkende transporthandelingen. Zie je mensen op rare tijden laden en lossen, dan is dat altijd reden om extra alert te zijn. Zie je dat mensen bijzondere aandacht hebben voor een pakketje, vraag jezelf dan af wat daar de reden voor kan zijn. Probeer alert genoeg te zijn om dekmantels te doorzien. Komt er bijvoorbeeld regelmatig een busje van de bloemist langs, maar staan er nooit bloemen op de balie? Komt er een loodgieter langs, terwijl je huurder aan jou niets heeft gemeld over een lekkage of verstopping? Ben alert, stel kritische vragen en maak bij een slecht gevoel gerust een melding.

Net als bij het herkennen van verdachte huurders en katvangers is het ook hier belangrijk dat je leert om mensen te lezen. We herhalen de eerder besproken signalen en benoemen nogmaals dat het – ook los van je rol als verhuurder – de moeite waard is om tijd en energie te investeren in het ontwikkelen van deze vaardigheid.

Signalen van misleiding zijn bijvoorbeeld:

  • Men geeft ontwijkende antwoorden
  • Men spreekt zichzelf tegen
  • Men vermijdt oogcontact
  • Men reageert snel defensief
  • Men reageert geïrriteerd op kritische vragen
  • Men maakt veel gebruik van woorden als “eerlijk”, “echt” of “oprecht”
  • Men slijmt, geeft overdadig veel complimenten
Naar de inhoud springen