Wanneer iemand zichzelf bedreigd of geïntimideerd voelt is heel persoonlijk. Voor het OM en de rechter zijn bedreiging en intimidatie echter geen gevoelskwestie. Er zijn duidelijke grenzen. Als die worden overtreden, is er sprake van een strafbaar feit. Waar ligt die grens en hoe moet jij als ondernemer omgaan met bedreiging en intimidatie?
Wie worden er slachtoffer van bedreiging?
Wanneer het in de media gaat over bedreigingen, gaat het vaak over politici. Politici kunnen om diverse redenen worden bedreigd; vanwege hun beleid of hun opvattingen, maar ook vanwege hun inzet tegen (georganiseerde) misdaad en ondermijning. Ook ondernemers worden regelmatig bedreigd door spelers uit de onderwereld, bijvoorbeeld om mee te werken aan een drugstransport of om hun bedrijfsvoering beschikbaar te stellen om geld wit te wassen. Daarnaast zijn er ook de meer banale vormen van bedreiging. Deze zijn niet minder erg voor het slachtoffer, maar hebben wel een minder ontwrichtende werking op de samenleving. Denk bijvoorbeeld aan de slijter die de verkoop van alcohol weigert aan een jongere zonder geldig legitimatiebewijs of de portier die een gast die voor overlast zorgt verwijdert uit een horecagelegenheid. Ook zij komen regelmatig in aanraking met bedreiging en intimidatie.
Wanneer is er sprake van bedreiging?
Zoals gezegd is er een harde grens waarbij bedreiging en intimidatie strafbaar worden. Het dreigen met een eenvoudige mishandeling is niet strafbaar. Pas zodra er wordt gedreigd met zware mishandeling of geweldpleging in vereniging wordt de strafrechtelijke grens overschreden. Een uitspraak als “Ik sla je op je gezicht!” is daarmee niet strafbaar, maar uitspraken als “We komen je met een hele groep op je gezicht slaan!” of “Ik breek je benen!” zijn dat vaak wel. Bedreigingen met de dood, zware mishandeling, brandstichting of verkrachting zijn in de basis altijd strafbaar. Ook het dreigen met een terroristisch misdrijf is altijd strafbaar, hiervoor geldt zelfs een speciale strafmaat.
Welke eisen stelt de rechter?
In de bovenstaande gevallen gelden echter nog steeds beperkingen. Allereerst moet er bij het slachtoffer een redelijke vrees kunnen ontstaan dat het feit waarmee wordt gedreigd ook daadwerkelijk wordt uitgevoerd. Als iemand dreigt met een autobom terwijl je helemaal geen auto hebt, wordt het bijvoorbeeld lastig om te bewijzen dat er sprake is van redelijke vrees. Ook de meer fantasierijke bedreigingen als “Ik ruk je kop van je romp!” worden door de rechter vaak niet als strafbaar gekenmerkt. Ondanks dat het uitvoeren van dit dreigement dodelijk zou zijn, is het simpelweg niet uitvoerbaar.
Daarnaast moet het doel van een bedreiging altijd zijn om vrees aan te jagen. Dit zorgt ervoor dat bedreigingen die uit emotie worden geuit – bijvoorbeeld tijdens een aanhouding – door de rechter vaak af worden gedaan als een emotionele ontlading. Het oordeel is dan dat de verdachte uit emotie iets dreigends zei, maar dat niet vaststaat dat het doel daarbij was om het slachtoffer vrees aan te jagen. Zo kan het voorkomen dat een verdachte die een expliciete doodsbedreiging uit alsnog wordt vrijgesproken.
Welke straf staat er op bedreiging?
Een bedreiging met een onderliggend doel wordt door de rechter zwaarder bestraft dan een bedreiging die enkel dient om angst aan te jagen. Bij een “reguliere” bedreiging zal de rechter maximaal een celstraf van twee jaar opleggen. Wanneer de bedreiging schriftelijk wordt geuit om een doel te bereiken – bijvoorbeeld om een ondernemer tot medewerking te dwingen, informatie te verkrijgen of toegang te krijgen tot een pand – wordt deze strafmaat verdubbeld. De dader kan dan rekenen op maximaal vier jaar celstraf. In de praktijk leggen rechters deze maximumstraffen echter alleen op in de meest schrijnende gevallen. Meestal bestraft de rechter daders van bedreiging met een geldboete of een taakstraf.
Wat moet je doen bij bedreiging of intimidatie?
Het berechten van bedreigers is een complexe taak waarbij context een belangrijke rol speelt. Zelfs voor een ondernemer die goed is voorgelicht – zoals jij dat bent na het lezen van dit artikel – is het niet altijd duidelijk of een uiting echt een strafbare vorm van bedreiging is. Ons advies is daarom om bij twijfel altijd contact op te nemen met de politie. Zolang er geen sprake is van spoed of acute dreiging doe je dat via 0900-8844. Ga er niet meteen vanuit dat de bedreiging niet ernstig genoeg is, maar laat dat oordeel over aan de politie, het Openbaar Ministerie of de rechter.
Het is belangrijk om tijdens het doen van een melding of aangifte bij de feiten te blijven. Zelfs als je bang bent, mag je niet overdrijven in de hoop dat de politie sneller in actie komt. Je kunt jezelf daarmee namelijk schuldig maken aan smaad en/of het doen van een valse aangifte. De slechtste keuze die je kunt maken is om zelf de wet te overtreden door bijvoorbeeld voor eigen rechter te spelen. Zoek dus nooit de confrontatie met je bedreiger en schaf vooral geen verboden wapens aan om jezelf veiliger te voelen. Slachtoffer zijn is immers nooit een excuus om dader te worden.